De bodemstructuur is de onderlinge rangschikking en samenhang van de vaste gronddeeltjes en poriën. Een ideale bodem bestaat voor de helft uit poriën en voor de helft uit vaste bodemdeeltjes. Een goede bodemstructuur is voor een vlotte gewasgroei, beschikbaarheid van mineralen en vochthuishouding belangrijk. Een perfecte structuur maakt een gewas weerbaarder en minder kwetsbaar. Een verdichte bodemlaag zorgt ervoor dat wortels minder diep kunnen groeien wat problemen geeft met vochtvoorziening en nutriënten opname.
Door de steeds zwaarder wordende machines is dit op sommige gronden een serieus probleem. Het is een mythe dat groenbemesters een verdichte laag kunnen opheffen. Een diepwortelende groenbemester kan hooguit meewerken aan een oplossing maar is nooit alleen de oplossing en vergt jaren van juiste grondbewerking, aangepaste bouwplan en groenbemesterteelt.
De wortels van gewassen en groenbemesters maken gebruik van ruimtes tussen de bodemdeeltjes en kunnen deze ruimtes vergroten en organische stof goed door de bouwvoor verdelen. Het organische materiaal zorg voor binding en samenhang van bodemaggregaten wat weer voor stabiliteit zorgt.
De bodemstructuur grijpt in op verschillende processen, zo groeien wortel makkelijk weg bij een mooie structuur. Ook maakt samensmelting van bodemdeeltjes (slemp) minder kans bij een stabiele structuur en voldoende organische stof. Bij droogte zijn gronden met een goede structuur vaak beter instaat om vocht na te leveren. In de kleine poriën wordt het vocht vastgehouden en de grote poriën zorgen voor voldoende toevoer van lucht en voor de afvoer van overtollig water.
Gronden die goed bewerkbaar zijn hebben meestal veel calcium (>90%) aan het kleihumus complex en zeer weinig natrium (< 1%) Met name op kleigronden worden door de grootte calcium moleculen de grond ruller door het uit elkaar drukken van kleiplaatjes.
Praktijkervaring leert ons dat een goed bodemstructuur zorgt voor sterkere en weerbaardere gewassen.