Het bodemleven heeft een belangrijke invloed op de groei van planten. Voedingsstoffen die nodig zijn voor de planten, worden vrijgemaakt uit organische mest, gewasresten en groenbemesters door het bodemleven. Het bodemleven vervult daarnaast ook nog andere functies zoals een luchtige bodemstructuur en weerbaarheid tegen bodemgebonden ziekten en plagen. Een gezonde bodem bevat veel en divers bodemleven en het grootste deel daarvan is betrokken bij de bodemkwaliteit. Hoewel het meeste bodemleven niet met het blote oog waarneembaar is, is het effect ervan merkbaar.
Bij geploegde gronden is er vaak een hogere biologische activiteit in de bouwvoor. In niet-geploegde gronden concentreert het bodemleven zich meestal in de toplaag (5-7 cm) van de bodem.
In de directe nabijheid van de wortels bevinden zich veel organismen die leven van de buitenste delen van de wortels die continu afsterven. In kruimelige aggregaten, waar lucht en voedsel aanwezig zijn, komt plaatselijk een hogere activiteit voor. Ook op plaatsen waar organische mest en plantenresten aanwezig zijn, is er vaak sprake van een hogere activiteit. Daarnaast komen er ook meer organismen voor in wormgangen. Door deze lokale verschillen bevindt het merendeel van het bodemleven zich slechts in 10% van het totale volume van de grond.